Raamwerk
Het raamwerk van Het Nieuwe Normaal voor gebiedsontwikkeling bestaat uit 4 delen. Het centrale deel is de ‘standaard', Het Nieuwe Normaal van de belangrijkste ‘stromen’ van een gebied: materialen, energie en water. Daarnaast wordt de duurzame context uitgevraagd over duurzaamheidsmaatregelen binnen de thema’s energie, water en stikstof. Het derde deel, de ruimtelijke context, kijkt naar het programma en het stedenbouwkundige plan. Tot slot zijn er ‘versnellers’ in de transitie naar circulair bouwen. Dit zijn sociale aspecten en het management van een gebiedsontwikkeling.
Thema | Onderwerp | |
---|---|---|
Materiaal | ||
Milieu-impact & materiaalgebruik | Milieu-impact (MPG) | De totale milieu-impact over de gehele levensduur van het bouwwerk |
Materiaalgebonden CO2-uitstoot | De CO2-impact van de productie van gebouwmaterialen en -onderdelen, inclusief het bouwproces | |
Materiaalgebonden CO2-opslag | De CO2-opslag in bouwmaterialen, voornamelijk in biobased producten | |
Materiaalgebruik | De totale hoeveelheid gebruikt materiaal (nieuw, hergebruikt of biobased) | |
Hergebruikpotentie | De mate waarin producten, onderdelen of materialen aan het einde van hun levensduur hergebruikt kunnen worden | |
Omgang restmateriaal | Omgang restmateriaal (bouw) | De mate waarin restmateriaal vanuit de bouw opnieuw wordt toegepast |
Omgang restmateriaal (sloop) | De mate waarin restmateriaal vanuit sloop opnieuw wordt toegepast | |
Duurzame context | ||
Energie | Energiebehoefte (BENG-1) | De totale energievraag van het gebied |
Primair fossiel energieverbruik (BENG-2) | De totale benodigde fossiele energiebehoefte van het gebied | |
Hernieuwbaar opgewekte energie (BENG-3) | De totale hoeveelheid op te wekken duurzame energie op of aan het gebied | |
Water | Waterverbruik | De totale watervraag van het gebied |
Regen- en grijswater hergebruik | De mate van toepassing van grijs- en regenwater | |
Stikstof | Stedenbouwkundig plan | De wijze waarop het stedenbouwkundig plan integraal de vermindering van stikstofdepositie meeneemt |
Mobiliteit | De wijze waarop mobiliteit in het gebied wordt vermindert | |
Ruimtelijke context | ||
Programma & stedenbouwkundig plan | Circulaire economische activiteiten | De wijze waarop wordt gestuurd op circulaire economische activiteiten in het gebied |
Mobiliteit | De mate waarin mobiliteits- en transportbewegingen in het gebied zoveel mogelijk worden beperkt | |
Veranderende behoeften | De mate waarin wordt ingespeeld op de veranderende behoeftes van gebruikers in het gebied | |
Flexibiliteit en aanpasbaarheid | De mate waarin wordt ingespeeld op de veranderende behoeftes van gebruikers in het gebied | |
Circulaire ontwerpprincipes | De wijze waarop wordt gestuurd op maximale herbruikbaarheid en circulaire ontwerpprincipes | |
Aansluiting groen-blauwe netwerken | De wijze waarop wordt ingespeeld op bestaande groen-blauwe netwerken voor de waterhuishouding | |
Kringloopsluiting in de gebruiksfase | De wijze waarop wordt gestuurd op afvalpreventie en het sluiten van grondstofkringlopen | |
Versnellers | ||
Sociaal | Re-integratie | Het aandeel werknemers met afstand tot de arbeidsmarkt dat reïntegreert in het project |
Participatie | De mate waarin bewoners of werknemers kunnen meedenken, meebeslissen en meewerken | |
Management | Uitvraag | De wijze waarop de uitvraag circulaire ambities stimuleert |
Contractuele afspraken | De wijze waarop circulaire prestaties juridisch of financieel zijn geborgd in contracten | |
Samenwerkingsdynamiek | De wijze waarop partijen oplossingsgericht en met onderling vertrouwen samenwerken | |
Interne organisatie | De mate van steun vanuit de eigen organisaties van opdrachtgevers en -nemers |